Het inlopen van een brandstofauto

Inlopen en motor setup

Er zijn drie schroeven op de carburator van de motor, de hoofdsproeier (die lange, die langs het luchtfilter omhoog gaat (1)), de stationairsproeier (dat kleine schroefje, zit meestal recht onder of schuin beven het luchtfilter (2)) en de oppaksproeier (dat is de schroef die aan één van de zijkanten zit (3)). Je moet hoofdzakelijk bezig zijn met de hoofdsproeier en af en toe met de stationairsproeier.

Basisafstelling

De basisafstelling is bij iedere motor verschillend. De basisafstelling van een willekeurige motor vinden is zoeken naar een naald in een hooiberg. In iedere beschrijving staan de standaardafstellingsgegevens van de betreffende motor. Probeer die beschrijving er altijd bij te houden en wanneer je hem niet meer hebt probeer dan een beschrijving te downloaden van het internet. De auto moet altijd een blauwe pluim geven uit de uitlaat, dus wanneer de motor optrekt en wanneer de motor toptoeren draait. Je kan met de hoofdsproeier de fijnafstelling regelen door middel van de sproeier telkens met ééntiende slag te verdraaien. De stationairsproeier moet 1 á 1,5 mm openstaan. Let op dat de gasgeefservo goed terugkomt op het stationairpunt dat met de stationairsproeier is ingesteld.

Inlopen

Iedere brandstofmotor moet ingelopen worden. Wij hebben daar een standaardprocedure voor, namelijk als eerste de motor 2 tankjes stationair laten leeglopen. Je kan dan het beste de auto op een blok zetten met de wielen van de vloer (móchten de wielen onverhoopt gaan draaien dan verbrand de koppeling niet). Je moet tijdens het stationair draaien een grote ventilator gericht houden op de cylinderkop van de motor, dit in verband met de ontbrekende rijwindkoeling. De motor zal af en toe de neiging hebben om af te slaan, dat is heel normaal, het mechaniek moet namelijk inslijten. Krijg je de motor niet meer gestart als ie is afgeslagen, dan staat ie waarschijnlijk te rijk, en dan kan jet de hoofdsproeier 1 o 2 tiende slag armer zetten (indraaien)

Als de twee tankjes stationair achter de rug zijn dan kan je het beste drie tankjes maximaal half-gas oprijden . Absoluut geen volgas geven. Na de 5 tankjes inrijden kun je overgaan op 100% gas en de volledige prestatie van je auto beleven. Je kunt dezelfde brandstof gebruiken voor je auto en kun je beginnen met afstellen van de auto. Dit om nog meer prestatie uit je auto te halen (bijvoorbeeld door je motor iets armer af te stellen). Doe dit wel met kleine stappen en onthoud waar je ben gestart. Let altijd op een blauwe pluim uit de uitlaat.

Temperatuur

De temperatuur van de motor moet in de gaten gehouden worden, want de motor mag niet te warm worden. Dit kun je het beste controleren met spuug. Je doet wat spuug op je vinger en je veegt het af aan de cylinderkop, als het spuug binnen 5 seconden verdampt is dan is de motor te warm en moet je hem rijker afstellen dus de hoofdsproeier uitdraaien(klein beetje).

Het is dus niet de bedoeling dat je zo’n grote groene rochel op je motor tuft want dat heeft geen zin. De temperatuur is uiteraard erg belangrijk ook na het inlopen.

Levensduur

Als je lang plezier wilt hebben van de motor dan moet je hem niet te arm afstellen (hoofdsproeier te ver indraaien, dan wordt je motor te warm en heb je te weinig smering).

Het is wél zo dat als je de motor armer afstelt dus de hoofdsproeier te ver indraait dan loopt hij wat harder maar dan kies je dus bewust voor prestaties in plaats van slijtage.